Behalve de bouw van een sopraan, een alt, een tenor of een bas, kun je ook een contratenor, een contrabas, een sopranino of een sopranissimo maken.

Het maken van die laatste vier veronderstelt al flink wat ervaring van de fluitenbouwer. De meeste fluiten hebben een bereik van een octaaf plus een terts of kwart. De laagste toon van de diverse bamboefluiten is:
D bij de sopranissimo, de sopraan, de tenor en de contratenor
of G bij de sopranino, de alt, de bas en de contrabas


Fluiten met een groter bereik zijn de z.g.
uitgebreide of extended fluiten. Ze kunnen een bereik hebben tot maximaal twee octaven. Bij de extended fluiten maak je nog één lagere toon : een C of F, maar de stemming van de fluiten blijft in D. Er zit een los aangebracht, speciaal gevormd schot in de buis, onder het venster. De overblaastonen kunnen gestemd worden door hogere of lagere plaatsing van dit schot.

Diverse aangepaste fluiten zijn ontworpen voor personen die het gebruik van een hand of enkele vingers moeten missen. Je maakt er, evenals bij de extended fluiten, een speciaal gevormd schot in. Deze fluiten hebben hetzelfde bereik als een fluit met zeven gaten. De grepen zijn natuurlijk wel anders.

Een pentatone bamboefluit heeft niet meer dan vijf gaten waarmee 5 tonen gespeeld kunnen worden (plus het octaaf). In samenspel klinken die tonen altijd goed bij elkaar, in wat voor volgorde je ze ook speelt. Ook prachtig met een pentatone xylo-of metallofoon.

De eenhandsfluit is een fluit met drie gaten die in heel de wereld bekend is. In Baskenland bijvoorbeeld is het de txistu. Een lange, dunne bamboebuis geeft een goed resultaat met een zeer groot bereik. Het laagste oktaaf klinkt te zacht en daarom gebruik je die tonen niet. Vaak bespeel je tegelijkertijd een trommel.

Een vatfluit is aan de onderzijde gesloten. Het is opmerkelijk hoe laag zo'n fluit klinkt. Hierbij heb je, in tegenstelling tot de vorige fluit, een kort, wijd stuk bamboe nodig, met een schot als afsluiting.

De bamboedwarsfluit
, de bamboeklarinet en bamboe percussie-instrumenten kan je op speciaal verzoek maken op cursussen en in kampeerweken. Ook kan je bij en gezel in je eigen regio gaan bouwen. Zie bouw en speelgroepen.